Toevallige gesprekken:
Vader K.
- Wat heb je gezien/gehoord?
De vader van K. kwam aan het einde van de dag naar de leerkracht met de mededeling dat hij niet op het 10minuten gesprekje kan komen. Zijn vrouw had het strookje al ingevuld, waarop stond dat zij 's middags langs konden komen. Daardoor zijn zij 's middags ook ingedeeld. Doordat er thuis niet gecommuniceerd was, konden de ouders van K. dus niet komen.
- Wat viel je op?
De vader nam meteen een hele vijandige/boze houding aan. Hij zei dat de rapportgesprekken altijd op dinsdag plaats zouden vinden en waarom deze rapportbespreking dan inene op donderdag gepland was. Mijn mentor heeft uitgelegd dat de rapportavonden altijd op donderdag zijn.
- Wat deed de leerkracht goed?
De leerkracht bleef heel rustig, ondanks de vijandige houding van de vader. Ze legde hem uit dat het vervelend was dat hij daar nu pas mee kwam. Het jongentje had een rapport waar zeker een uitleg bij gegeven moest worden. De planning voor de rapportmiddag/avond was al gemaakt, en de leerkracht zou nu met gaten zitten. Uiteindelijk kwam de leerkracht toch ook nog met een oplossing. Ze heeft de vader een nieuwe afspraak laten maken, maar er wel bij verteld dat vader en moeder nu waarschijnlijk van het rapport zullen schrikken.
- Wat zou jij anders doen?
Ik vind eigenlijk dat de leerkracht dit heel goed heeft aangepakt. Je mag best laten weten dat het vervelend is dat het op het laatste moment wordt afgezegd, terwijl ze het gesprek eerst hebben toegezegd. De leerkracht bleef verder wel heel kalm en bood de vader toch aan een nieuwe afspraak te maken. Ik zou dit hetzelfde aanpakken.
Moeder A.
- Wat heb je gezien/gehoord?
Er was een fout gemaakt in de jaarkalender. Mijn stageschool bestaan uit 3 locaties. In onze stageweek was voor iedere locatie een studiedag ingepland. Maandag voor de Boshuizerkade, dinsdag voor onze locatie en donderdag voor de Schakel.
Op deze studiedag was het de bedoeling om bij de andere locaties te kijken. Alleen was er een fout gemaakt, waardoor in de jaarkalender van onze locatie stond dat de studiedag maandag was. Hier heeft verder niemand last van gehad, behalve de moeder van A. Zij had iets ingepland, waardoor zij haar kinderen niet naar school kon brengen. A zou daardoor waarschijnlijk niet op school zijn maandag.
- Wat viel je op?
Uiteindelijk bleek dat het niet in de jaarkalender verkeerd stond, maar in 1 weekbrief. De vrouw kon uitleggen waarom zij zo gehandeld had. En mijn mentor begreep het. De vrouw zocht ook naar oplossingen. Ze vroeg of hij dan niet misschien wat huiswerk kon krijgen, zodat hij thuis het werk kon maken.
- Wat deed de leerkracht goed?
De leerkracht vroeg de moeder wat het probleem was. Ze bleef heel rustig en zocht samen met de moeder naar oplossingen. Uiteindelijk heeft het kind geen werk meegekregen om thuis te doen.
- Wat zou jij anders doen?
Ik zou het kind wel wat werk meegeven. Het is niet een kind dat heel veel moeite heeft op school. Maar al is het maar een blad waarop de tafels geoefend kunnen worden of een bladzijde uit het spelling of taalschrift. Het kind heeft zo het idee dat het toch geleerd heeft en moeder heeft het idee dat haar kind niet te veel gemist heeft.
Moeder T.
- Wat heb je gezien/gehoord?
Dit meisje heeft last van haar knieeen. Moeder komt nu vertellen dat ze weer met haar bij de dokter is geweest. Moeder komt vertellen dat het waarschijnlijk een afwijking is, waarbij het bot de verkeerde kant op groeit. Moeder laat het op internet zien.
Mijn mentor noemt meteen een voorval. Het kind wil zich nog wel eens aanstellen. De hele dag heeft het niet zo veel last van de knieeen, maar als een leerkracht kijkt, gaat het mank lopen. Mijn mentor heeft haar hierop aangesproken omdat het met klasgenootjes wel gewoon kan rennen en springen. Moeder begreep het, kind schijnt het thuis ook wel eens te doen.
Daarna kwam moeder ook nog met het verhaal dat vader al 3 maanden niet is langsgeweest. Als hij zou komen, belde hij later weer af. Als hij nog 1 week niet langs zou komen, kon moeder een rechtzaak tegen hem beginnen. Dit wilde ze ook gaan doen.
- Wat viel je op?
Moeder vond het belangrijk dat de leerkracht op de hoogte was. Moeder was heel erg open en betrokken. Ze wilde zelfs wat dingen over de aandoening op het internet laten zien.
Mijn mentor was ook heel erg betrokken bij het gesprek. Ze stelde vragen en vroeg door. Ze had een open houding en maakte tijd voor het gesprekje.
- Wat deed de leerkracht goed?
Ze luisterde, stelde vragen, was betrokken en liet merken dat ze oprecht geinteresseerd was.
- Wat zou jij anders doen?
Ik vind dat de leerkracht goed gehandeld heeft. Ik zou dit hetzelfde aanpakken.
Geplande gesprekken:
-Hoe had de mentor zich op de gesprekken voorbereid?
Ze had voor ieder kind het formulier ingevuld. Hierop stonden de scores en de cijfers van het kind. Eventuele vragen die ze aan de ouders had, stonden ook op dit formulier beschreven. Op het formulier kon ze ook aantekeningen maken.
Mijn mentor heeft buiten de klas schriftjes van de kinderen klaargelegd, zodat de kinderen tijdens het wachten op de gang het werk van hun kind konden bekijken. Daarna konden ze in het gesprek hier eventueel vragen over stellen.
Mijn mentor had de resultaten van de CITO uitgeprint. Hierop stonden ook de resultaten van de CITO van de voorgaande jaren. De ouders konden zo ook goed zien of hun kind vooruit was gegaan, gelijk was gebleven of achteruit was gegaan.
-Hoe verliep de organisatie?
De gesprekken verliepen steeds volgens hetzelfde patroon.
*Bij binnenkomst werd de ouders een hand gegeven, welkom geheten, uitgenodigd om te gaan zitten.
* Daarna kregen de ouders een uitleg van het gesprekje. Aan de hand van het rapport.
* Daarna werden de cijfers van de CITO erbij gepakt. De mentor legde de ouders uit wat het inhield, lichtte de kleuren toe en vertelde wat er goed/fout was.
* Daarna werden de cijfers van het rapport besproken.
* Tot slot was er tijd voor de zorgen en/of extra uitdaging.
* Als ouders nog vragen hadden konden die aan het eind gesteld worden
* Mijn mentor zorgde ervoor dat elk gesprek ook precies 10 minuten duurde, zodat het schema niet uitliep. Tenzij er natuurlijk een dubbele afspraak was ingepland.
-Wat deed de mentor goed?
*Hand geven en welkom heten.
*Beginnen met positief nieuws.
*Oplossingen aanbieden.
*Ouders mee laten denken.
*Schriftjes klaarleggen op de gang.
*Hand bij afsluiting.
*Ook vragen naar privé/thuissituatie.
-Wat zou je zelf anders doen?
Ik zou naast de ouders gaan zitten in plaats van tegenover. Zo heb je meer een gesprekshouding. Ook zou ik op dezelfde hoogte als de ouders gaan zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten